Parenteel van Adolph Rix

Resultaat van een klein onderzoekje; niet uitputtend, maar misschien komt het iemand van pas.

Generatie I

I. Adolph Rix, geb. Ercklens,  Gelderland, (was dit wellicht Erkelenz, NRW?) korporaal onder kapitein Groothuis,  (soldaat onder de heer Capitein Groothuis op 29  maart  1712 Groningen,  woont in 1716 Delfzijl,  korporaal onder capitein Groothuis op 1  april  1716) te Groningen, kerk.huw.  op 29  maart  1712 Groningen,  (getuige: Capt. Groothuis, praesent;
Jan Koninck voor bruid, daartoe verzocht) met Anna Margareta Pieters, geb. Groningen.
Uit dit huwelijk:

  1. Balthasar Rix, ged. op 8  januari  1713 Bergen  op  Zoom, volgt II.
  2. Susanna Christina Rix, ged. op 1  maart  1716 Delfzijl.
  3. Elisabeth Rix, ged. 11 april 1717, Groningen, geboren Brede Gang bij het Schuitendiep

kerk.huw. (2)  op 8  januari  1723 Coevorden
met Lubarta (Labrata Adolfs, Lubarta Reux) Arents, geb. Coevorden.
Uit dit huwelijk:

  1. Hendericus Rijx, geb. Groningen, ged. op 28  maart  1726 Groningen.
  2. Gerhardus Reux, ged. op 18  juni  1730 Lieroord.
  3. Daniel Rieks, ged. op 20  juli  1738 Groningen.

Generatie II

II. Balthasar Rix, (zn. van I), ged. op 8  januari  1713 Bergen  op  Zoom,  getuige: Georgius Kerckmaijer, Adriana Brevil, Anna Elisabeth Rex, kerk.huw. (1)  op 6  oktober  1737 Westerlee  en  Heiligerlee met Geesien Aaldrigs, woonachtig te Westerlee, (Geesien tr. (1) met Jan Dideriks.).
Balthasar Rix, kerk.huw. (2)  op 5  augustus  1742 Oude  Pekela met Hilligjen Jans Kleve, geb. Pekel  A, (Hilligjen Jans tr. (1) met Harm Lodewijks Veltrop.).
Uit dit huwelijk:

  1. Adolph Rix, geb. Groningen, ged. op 31  juli  1744 Groningen. Ovl. Voor 1747.
  2. Adolph Rijckx, ged. in 1747 Oude  Pekela. Ovl. Voor 1758

Balthasar Rix, kerk.huw. (3) op 11 november 1757 Oude Pekela met Liefke Tjarks, afkomstig uit Winschoten.
Uit dit huwelijk:

  1. Adolph Rix, ged. op 30  juli  1758 Oude  Pekela, volgt IIIa.
  2. Tjark Rix, ged. op 16  november  1760 Oude  Pekela.
  3. Marten Rix, ged. op 4  april  1762 Oude  Pekela.
  4. Eltje Rix, ged. op 4  augustus  1765 Oude  Pekela.
  5. Margriete Rix, ged. op 23  november  1766 Oude  Pekela.
  6. Paul Baltes Rix, geb. circa  1770, volgt IIIb.

Generatie III

IIIa. Adolph Rix (Rijks), (zn. van II), ged. op 30  juli  1758 Oude  Pekela, kerk.huw.  op 9  juli  1780 Oude  Pekela met Willemijna Jans, afkomstig uit Bellingwolde.
Uit dit huwelijk:

  1. Liefke Adolfs, ged. op 2  juni  1782 Oude  Pekela.
  2. Jan Adolphs Rix, ged. op 7  december  1783.
  3. Liefke Rix, ged. op 25  september  1785 Oude  Pekela, ovl. voor  1789.
  4. Baltes Adolphs Rix, geb. op 26  augustus  1787 Oude  Pekela, ged. op 2  september  1787 Oude  Pekela.
  5. Liefke Adolfs, geb. op 25  augustus  1789 Oude  Pekela, ged. op 30  augustus  1789 Oude  Pekela.
  6. Tjark Adolfs Rix, geb. op 15  juni  1792, ged. op 24  juni  1792 Oude  Pekela.
  7. Wendelke Rix, geb. op 14  mei  1796 Oude  Pekela, ged. op 21  mei  1796 Oude  Pekela.
    IIIb. Paul Baltes Rix, (zn. van II), geb. circa  1770, begr. op 30  augustus  1808 Oude  Pekela, tr. met Harmanna Tobias, dr. van Tobias Willems  en Janna Jans, geb. op 10  juni  1778 Westerlee, ged. op 14  juni  1778 Westerlee  en  Heiligerlee, ovl. op 6  juni  1823 Oude  Pekela, (Harmanna tr. (2) met Jan Berends Lowijs.). Uit dit huwelijk:
  8. Baltes Pauls, geb. op 12  mei  1801 Oude  Pekela, ged. op 18  mei  1801 Oude  Pekela, ovl. voor  10  december  1805.
  9. Tobias Rix, ged. op 13  november  1803 Oude  Pekela, volgt IV.
  10. Baltes Pauls, geb. op 10  december  1805 Oude  Pekela, ged. op 15  december  1805 Oude  Pekela, begr. op 10  maart  1810 Oude  Pekela.
  11. Pauwelina Rix, geb. op 19  februari  1809 Oude  Pekela, ged. op 26  februari  1809 Oude  Pekela, begr. op 21  maart  1810 Oude  Pekela.

Generatie IV

IV. Tobias (Tobias Paules Riks) Rix, (zn. van IIIb), ged. op 13  november  1803 Oude  Pekela,  boerenknecht in 1833,  woont op 3  mei  1833 Jipsinghuizen, ovl. op 18  mei  1868 Oude  Pekela, tr.  op 3  mei  1833 Vlagtwedde met Zwaantijn Christiaans Bomekamp, geb. in 1804 Vlagtwedde, ovl. op 8  januari  1864 Vlagtwedde.
Uit dit huwelijk:

  1. Harmanna Rix, geb. op 3  mei  1845 Vlagtwedde, ovl. op 1  juli  1904 Beerta.
  2. Christiaan Rix, geb. op 2  november  1839 Vlagtwedde, volgt V.
  3. Trjntje Rix, geb. op 26  augustus  1834 Vlagtwedde, ovl. op 12  september  1901 Vlagtwedde.
  4. Harmannus Rix, geb. op 14  februari  1837 Vlagtwedde, ovl. op 17  februari  1890 Tange.

Generatie V

V. Christiaan Rix, (zn. van IV), geb. op 2  november  1839 Vlagtwedde, rijkscommies,  Rijkscommies op 6  maart  1867 Wedde,  commies op 17  januari  1869 Ter  Apel,  woont circa  11  mei  1876 Uithuizermeeden,  woont voor  24  oktober  1893 Veendam,  commies bij Rijksbelasting op 10  augustus  1895 Hoogeveen (bron: huwelijk zoon Theodorus Rix, Wildervank),  woont Ike Winter (zie V) voor  27  juni  1899 Hoogeveen,  woont na  27  juni  1899 Wildervank, ovl. op 9  december  1916 Wildervank, tr.  op 6  maart  1867 Wedde met Ike Winter, dr. van Hindrik Jacobs Winter  en Sietske Berends Hamster, geb. op 27  juni  1841 Bellingwolde,  woont Christiaan Rix (V) voor  27  juni  1899 Hoogeveen, ovl. op 23  juli  1917 Veendam.
Uit dit huwelijk:

  1. Sieka Zwaantina Rix, geb. op 27  april  1867 Vlagtwedde, ovl. op 8  augustus  1868 Ter  Apelkanaal.
  2. Theodorus Rix, geb. op 17  januari  1869 Ter  Apel,  boekbinder in 1914 Veendam, ovl. op 2  juli  1914 Veendam, tr.  op 10  augustus  1895 Wildervank met Roelfina Bieze, geb. circa  1872 Stadskanaal.
  3. Sieka Rix, geb. op 6  mei  1875 Ter  Apel, ovl. op 11  mei  1876 Uithuizermeeden.
  4. Sieka Zwaantina Rix, geb. op 4  december  1877 Uithuizermeeden, ovl. op 18  december  1958 Utrecht.



De Beere

(Beer, De Beer, De Bere, Lubben, Lubbing)

Hindrik Geerts in Pekela was onverbeterlijk. Dat wordt althans beweerd in één van de officiële stukken die zijn zoon Geert bij zijn huwelijk overlegde. “Hindrik Geerts de Beere behoeft geen certificaat van Zijn Edele den Heere gouverneur omredenen hij wegens incorrigibel gedrag is ontslagen.” Tuchthuis, verbanning, het zal Hindrik niet op het juiste spoor gebracht hebben. Zijn familienaam De Beere werd in 1799 als zijn bijnaam gemeld: Hindrik Geerts of de zogenoemde Beer. Hij, Hindrik Geerts, 30 jaar oud, geboren in de Wildervank, werd in dat jaar veroordeeld tot verbanning, wegens het roepen van ‘Oranje Boven’ (en meerdere niet nader omschreven ‘uijtdagende en honende’ uitdrukkingen) in het huis van kastelein en bakker Derk Hindriks. Hindrik kon het vermoedelijk niet echt veel schelen. Bij zijn belediging had hij namelijk geroepen dat er al meer half- of kalfbroers van hem in de toren gevangen zaten, daar moesten ze hem maar bij zetten! Op 16 augustus 1799 gelastte de Wedman van Winschoten inderdaad de overbrenging van Hindrik Geerts, in de Nieuwe Pekela wonende, naar de gevangenen toren van Zuidbroek. Dat lukte niet direct: Hindrik Geerts maakte zich uit de voeten, maar een klein half jaar later, op 22 februari 1800 was hij dan toch het haasje en werd hij overgebracht naar Zuidbroek. Op 26 maart werd hij voor een jaar verbannen, àlsook uit de streek Wedde en Westerwolde. Zou hij zich toch vertonen in het voormalige gewest Stad en Lande, dan wachtte hem alsnog het tuchthuis in Groningen met de daarbij behorende handarbeid. Hij werd ook veroordeeld in de kosten van het proces. Ik ben hem na deze tijd niet weer tegengekomen in de rechterlijke archieven.

Hindrik Geerts de Beere (de Beer), geb. tussen 1761 en 1769 vermoedelijk Wildervank, arbeider, woont huis 312, Nieuwe Pekela op 20 maart 1812, ovl. op 3 maart 1839 Nieuwe Pekela, (getuige: Teunis Hindriks Blaak, 65, landgebruiker; Jan Jans Zuidema, 44, landgebruiker, beide naburen te Nieuwe Pekela) otr. in juli 1794 Wildervank, kerk.huw. op 2 augustus 1795 Nieuwe Pekela met Anna Harms Hannover, geb. circa 1764, woont huis 312, Nieuwe Pekela op 20 maart 1812, ovl. op 5 februari 1839 Nieuwe Pekela, (getuigen: Derk Jans Bot, 46, arbeider; Willem Abrahams de Groot, 39, arbeider, beide te Nieuwe Pekela en naburen).
Uit dit huwelijk:

  1. Geert Hindriks de Beere, geb. op 29 september 1796 Nieuwe Pekela, ged. op 9 oktober 1796 Nieuwe Pekela, ovl. op 28 oktober 1866 Nieuwe Pekela, tr. (1) op 23 mei 1818 Nieuwe Pekela met Marchien (Margien) Harms Warta, dr. van Harm Davids Warta en Marchien Hindriks, geb. op 5 november 1786 Nieuwe Pekela, ged. op 5 november 1786 Nieuwe Pekela, ovl. op 28 januari 1859 Nieuwe Pekela, (Marchien tr. (1) met Nn.), tr. (2) op 18 februari 1860 Nieuwe Pekela met Margaretha Voordewind, dr. van Jurjen Hindriks Voordewind en Stientje Heres Kamminga, geb. op 14 oktober 1830 Nieuwe Pekela, zonder beroep, ovl. op 22 november 1908 Nieuwe Pekela.
  2. Trientje Hindriks de Beere (Lubbing Lubben), geb. op 17 november 1799 Nieuwe Pekela, ged. op 1 december 1799 Nieuwe Pekela, woont aan de Noorderkolonie, ovl. op 11 november 1874 Nieuwe Pekela, (getuige: Geert Norder, 35, arbeider; Kornelis Norder, 56, arbeider; beide naburen te Nieuwe Pekela), tr. op 5 maart 1831 Nieuwe Pekela, (getuige: Jan Boelens, 72, landgebruiker; Halbe Pijbes, 42, koopman; Wilhelmus van der Laan, 42, gemeentebode; Hindrik Eppes Bakker, 23, veldwachter; allen wonende te Nieuwe Pekela) met Boele Derks Norder, zn. van Derk Jans Norder en Hinderkien Jans, geb. op 15 april 1807 Nieuwe Pekela, woont aan de Noorderkolonie, ovl. op 21 mei 1886 Borger, (getuigen: Roelof Strijker, 44, armvader; Evert Bakker, 64, wever; beide te Borger en bekenden van de overledene).
  3. Harm Hindriks de Beere, geb. op 11 september 1802 Nieuwe Pekela, ged. op 19 september 1802 Nieuwe Pekela, arbeider, woont in ongenummerde hutte in de Noorder Kolonie op 23 mei 1857 Nieuwe Pekela), ovl. op 5 maart 1875 Nieuwe Pekela, tr. op 21 maart 1824 Nieuwe Pekela, (getuige: Jan Harms Koiter, 67; Jan Boelens, 65; beide leden van de Gemeenteraad; Wolterus Johannes Kuen, (tekent Keun) 41, veldwachter, allen wonende in de Nieuwe Pekela) met Marchien Derks Norder, dr. van Derk Jans Norder en Hinderkien Jans, geb. in 1803 Nieuwe Pekela, ovl. op 28 januari 1852 Nieuwe Pekela.
  4. Zwaantje Hindriks de Bere, geb. op 31 maart 1805 Nieuwe Pekela, ged. op 15 april 1805 Nieuwe Pekela, ovl. op 3 augustus 1814 Nieuwe Pekela, (getuige: Hinderk Jans de Veen, 27, arbeider; Jan Hinderks Drenth, 21, arbeider; beide naburen van ’t sterfhuis).
  5. Derk Hindriks de Beere, geb. op 28 februari 1808 Nieuwe Pekela, ged. op 13 maart 1808 Nieuwe Pekela, ovl. vermoedelijk voor 1811.
  6. Berlijntje Hindriks, geb. op 10 december 1810 Nieuwe Pekela, ged. op 16 december 1810 Nieuwe Pekela, woont huis 312, Nieuwe Pekela op 20 maart 1812, ovl. op 18 maart 1812 Nieuwe Pekela.

Bronnen:

Rijksarchief Groningen, 731.5982

www. allegroningers.nl

https://rijksmonumenten.nl/monument/31625/hervormde-kerk-2-hervormde-kerk-vrijstaande-klokkentoren/zuidbroek/

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Toren_-Zuidbroek20225321RCE.jpg#/media/Bestand:TorenZuidbroek20225321-_RCE.jpg



Da’s een das!

Gieten, 1836

Nu de Friezen een hek om hun provincie willen om wolven te weren, maakt een terugblik duidelijk dat de Drenten vroeger ook niet blij waren met wolven. Maar ook niet met dassen, naar blijkt. Of de das zich werkelijk met schapenbloed voerde?

Hier een citaat van das en boom

Dassen zijn alleseters, anders dan zijn zeer krachtige kaken zouden doen vermoeden. Want daarin lijkt hij op wolven of beren, die hun prooi met grote kracht en vasthoudendheid moeten overmeesteren. Voor zijn hoofdvoedsel, regenwormen, insecten, slakken, bessen en graan, lijkt die geweldige bijtkracht tamelijk overdreven.
Het vermoeden bestaat dan ook, dat dassen zich ooit, net als zijn Noord Amerikaanse broer en net als de veelvraat, toelegde op het volgen van grote roofdieren. Dassen wachtten toen rustig af, totdat deze een prooi van formaat gedood hadden, om vervolgens in actie te komen.

De das is een opportunist en past zich aan aan het aanbod, dat per seizoen en streek varieert. Zo bestaat in september en oktober een groot deel van het dagelijks menu uit mais en valfruit. Ook in die periode eten ze veel insectenlarven, die dan vlak onder het mailveld leven. Vooral in de wintermaanden, wanneer het niet vriest, bestaat het grootste deel van zijn voedsel uit regenwormen.

Mogelijk hebben de Gietenaren destijds toch een tikkeltje overtrokken gereageerd, net als nu de Friezen…

Bronnen:

www.delpher.nl

https://www.dasenboom.nl/index.asp?pa_id=35




Twitter anno 1805? Vervloekte Lasterzucht!

Ik ben die ik ben en noeme mij Timon Veltman

Timon Veltman leed ontegenzeggelijk door de praatjes die over hem de ronde deden en maakte vervolgens van zijn hart geen moordkuil. Snode vagebonden, die hij voor berovers en lasteraars houdt, spreekt hij aan via een annonce in de Groninger Courant. Degenen die het betroffen zullen zich aangesproken hebben gevoeld. Helaas of gelukkig zullen wij nooit de (smoezelige?) details van de affaire kennen.

Timon Veltman, zn. van Timon Veltman en Hendrikjen Jacobs, geb. bij de Herebrug Groningen, ged. op 22 oktober 1758 in de Martinikerk te Groningen, commissionair op 15 december 1814 Groningen, ovl. op 24 oktober 1818 op de Nieuwe Stad, nr 45, kanton 2 Groningen, overleden echtgenote Mina Wolesius
(getuigen Pieter Schoutendorp, zb, 53 jaar en Jan Mulder, borstelmakersknecht, beide alhier woonachtig)
otr. (1) op 22 mei 1779 Groningen, tr. Zuidlaren 13-6-1779, ondertrouwdatum: 20-5-1779; Bruidegom: Tijmen Veltman, Jongeman; herkomst: Groningen; woonplaats: Anloo, Bruid: Ida Meursinge, Jongedochter; herkomst: Eext; woonplaats: Anloo . (Voor Ida Meursinge uit Eext: Harmen Hamming als stedevader,met belastinge te Anloo) met Ida Meursing, dr. van Bronne Meursingh en Aaltje Altingh, geb. Eext, ged. op 20 september 1745 Anloo, ovl. circa 2 maart 1782 Breukdodenboek, verhuur lijklakens Martinikerk Groningen.

Uit dit huwelijk:

  1. Bronne Veltman, geb. Groningen voor Herepoort, ged. op 17 februari 1782 A-Kerk Groningen v. Tijmen Veltman, ovl. op 28 maart 1862, Rolde.

“Bron Veldman” was in 1826 beestenhoeder en woonde in Rolde, huis 128, waar ook Thij Lensing, arbeider, geboren 1874 woonde. Datum ondertrouw: 08-12-1805, datum aangifte: 22-12-1805. Hij was gehuwd met Hillegien Berends van Bos, en ze hadden ten minste een dochter Ida, geboren op 28-9-1806, Rolde, overleden op 7-11-1863 te Hijken. Gehuwd met Geert Piel en een dochter Hinderika doop 11-5-1809, Rolde.

  1. Harmen Hamming Veltman, ged. op 21 maart 1780 Groningen.

otr. (2) op 3 april 1784 registratie ondertrouwboek Groningen, kerk.huw. op 16 mei 1784 Westerbroek
met Willemina Woelesius, geb. Westerbroek, (voor de bruid: Detmer Wijbeling, als daartoe verzocht. A-kerk, met belastinge te Westerbroek. Hiertoe attestatie verleend) woont op 15 december 1814 in de Nieuwe Compagnie onder Kropswolde, boerin op 15 december 1814 te Nieuwe Compagnie, ovl. vermeld bij doop dochter Willemina, moeder overleden Groningen, begr. op 7 juli 1790 (Register van de opbrengsten uit de verhuur van lijklakens uit de Martini kerk 1783-1793.)
Uit dit huwelijk:

  1. Harmanna Timons Veltman, geb. Groningen Herestraat, ged. op 11 maart 1785 Groningen.
  2. Hilligje Timons Veltman, geb. Groningen bij Herebrug, ged. op 7 februari 1787 A-kerk Groningen.
  3. Hinderika Veltman, geb. circa 1789 Groningen, ovl. op 8 mei 1831 Steentilstraat 52 Groningen, tr. met Jelte Hoppinga, Tapper en winkelier.
  4. Willemina Timons (Wilhelmina Timans Veltman) Veltman, geb. Herestraat Groningen, ged. op 14 juli 1790 moeder overleden Groningen A-kerk, ovl. op 25 januari 1862 Windeweer, tr. op 15 december 1814 Hoogezand-Sappemeer met Jan (Jan Klaassens Tolner) Tolner, zn. van Klaas Tolner en Geertruit Geerts, ged. op 14 maart 1790 Anloo, boerenknecht, ovl. op 9 maart 1827 dagloner Windeweer.

relatie (3)
met Hillegien Swartwold, Mutsenmaker.
Geen huwelijk.Timen was een onechte zoon van Hillegien Swartwold. Daar zij haar kind volledig vernoemd heeft, neem ik voor waar aan dat Timon Veltman de vader is.

Uit deze relatie:

  1. Timen Veltman, geb. circa 1794, kuiper, huwt in 1829 met Geeske Oldringa.
  • Bronnen:
  • www.allegroningers.nl
  • www.delpher.nl
  • www.alledrenten.nl



Sto(c)koud in Oude Pekela

Verstockt

Het krantenbericht hierboven verhaalt over een een familie Verstock waarvan de leden nogal oud worden. Een viertal broers en zusters is samen 331 jaar oud, gemiddeld ruim boven de tachtig, dus. Blijkbaar was dat best bijzonder, een eeuw geleden. Toch was dat niet de reden dat het bericht me interesseerde. Ik werd getriggerd door de naam Verstock. Opgegroeid met het lawaai van geklink en gehamer van de scheepswerven in Martenshoek, zei dat me wel iets. De genoemde familie Verstock heet eigenlijk Verstockt, en is als scheepsbouwer onderdeel van de maritieme historie van Hoogezand.
Jacobus, de 76-jarige uit het krantenbericht, was smid en de oprichter van de scheepswerf Verstockt. Zijn beide zoons, Gerardus Josephus (Geert) en Johannes Baptist Gerardus (Johannes) namen het stokje over en hebben heel wat schepen afgeleverd.
De eerste Verstockt (Joannes Baptista Verstoght) bewoog zich in een heel andere arbeidssfeer. Bij de geboorteaangiften van zijn kinderen tussen 1812 en 1819 in Oude Pekela was zijn beroep haarsnijder. Toen hij in 1835 stierf, werd als beroep inlands kramer ingevuld; bij het overlijden van zijn weduwe in 1859 werd hij als hoedenmaker opgevoerd. Zijn drie zonen belandden allemaal in de scheepssector: Josephus werd smid, Andreas werd zeeman en Jacobus werd smid èn scheepsbouwer.

Hieronder een kleine genealogie.

Meer info over de scheepswerven en met name Verstockt vindt u in het filmpje van Beno Hofman: https://www.youtube.com/watch?v=0CjPMaFIyDY

Genealogie van Joannes Baptista Verstockt

Generatie I

I. Joannes Baptista Verstockt (Jan Baptiste, Jan B. Verstokt (1815), Jan Verstok (1837) Verstocht, Verstok Verstoght), geb. 3-7-1763 (register stemgerechtigden Oude Pekela), haarsnijder tussen 12 januari 1812 en 24 april 1819 te Oude Pekela, ovl. op 5 november 1835 te Oude Pekela, (beroep inlandse kramer), kerk.huw. op 4 mei 1801 met Fransisca Elisabeth Buining (Buinings, Bennings), geb. circa 1780 Bergen op Zoom, winkelierster, ovl. op 21 september 1859 te Martenshoek. (overleden echtgenoot hoedemaker)

  1. Maria Christina Verstocht, geb. in 1802, ovl. op 15 april 1896 Nieuwe Pekela.
  2. Anna Catharina Verstok, geb. in 1804 Oude Pekela, ovl. op 3 oktober 1883
  3. Andreas Bernardus Verstok, ged. op 10 december 1809, getuige Anna Catharina Verstok, Oude Pekela, zeeman, ovl. tussen 31 mei 1857 en 14 maart 1860 ( In de huwelijksacte van Maria Geziena Verstok 7-5-1822, wordt haar vader Andreas als de “afwezige schipper”.. vermeld. Bij het huwelijk van Maria Regiena Christina Verstok staat dat haar vader zeekapitein was en op zee verongelukt is.)
  4. Josephus (Josebus Nicolaas Verstok) Verstockt, geb. op 12 januari 1812, smid. Josef woonde in bij Kasper Cordes, smid te Hoogezand, als smidsknecht 1850-1859. Josephus ovl. op 15 oktober 1895 ongehuwd, letter A, 93 Martenshoek, getuige: Gerardus Josephus Verstockt (III), zijn neef Johannes Wijnandus Boerma, scheepbouwer, 43, nabuur.
  5. Theresia Maria Verstokt, geb. op 5 december 1815 Nieuwe Pekela, ovl. op 31 december 1900 Oude Pekela.
  6. Jacobus Fransiscus Verstockt, geb. op 24 april 1819 Nieuwe Pekela, volgt II.

Generatie II
II. Jacobus Fransiscus Verstockt, (zn. van I), geb. op 24 april 1819 Nieuwe Pekela, smid op 30 april 1846 Hoogezand, ovl. op 17 augustus 1902 Martenshoek, tr. met Hinderika Elisabeth Bodewes, dr. van Geert Joestens Bodewes en Geertruida Wijnkes Bijlholt, geb. op 7 oktober 1822 Martenshoek, ovl. op 28 mei 1858 Martenshoek.
Uit dit huwelijk:

  1. Johannes Baptist Gerardus (Johannes) Verstockt, geb. op 13 maart 1847 Martenshoek, ovl. op 2 april 1920 ongehuwd Martenshoek https://www.marhisdata.nl/werf&id=2362.
    Begin 1900 woont Johannes in het huis letter A, 128. Hij is het hoofd van het gezin, zijn vader woont bij hem in evenals een neef, Johannes Gerhardus Broerken, scheepsbouwersleerling, 3-5-1844; Ook is er een inwonend dienstmeisje, Geertje Huisman, 15-1-1863.
    In de periode 1910 – 1920 is alleen Geertje Huisman nog inwonend, als huishoudster. adres G 145. Zij is later huishoudster bij broer Gerardus (II.6)
    ( Overledene Geertje Huisman leeftijd 94 jaar, geboren te Hoogezand, overleden op 11-10-1957 te Westerbroek gem. Hoogezand-Sappemeer. Vader Klaas Pieters Huisman Moeder Trijntje Oomkes Mulder).
  2. Geertruida Margaretha Elizabeth Verstockt, geb. op 25 oktober 1848 Westerbroek, ovl. op 20 april 1916 Groningen.
  3. Johannes Gerardus Verstockt, geb. op 5 juli 1850 Martenshoek, ovl. op 18 juli 1850 Martenshoek.
  4. Elisabeth Francina Verstokt, geb. op 7 november 1851 Martenshoek, ovl. op 13 mei 1917 Groningen.
  5. Margaretha Johanna Verstockt, geb. op 25 januari 1854 Martenshoek, ovl. op 26 februari 1925 Foxholsterbosch.
  6. Gerardus Josephus Verstockt, geb. op 4 juni 1856 Martenshoek, volgt III.
  7. Hinderika Maria Johanna Verstockt, geb. op 8 mei 1858 Martenshoek, ovl. op 13 augustus 1858 Martenshoek.

Generatie III
III. Gerardus Josephus (Geert) Verstockt, (zn. van II), geb. op 4 juni 1856 Martenshoek, scheepsbouwmeester (bij huwelijk), scheepsbouwer, overlijdensgetuige van Josephus Verstockt (zie I) zijn oom op 15 oktober 1895, ovl. op 16 april 1945 Westerbroek, tr. op 20 november 1884 Hoogezand met Elisabeth Creutsman, dr. van Hinderikus Creutsman en Anna Rammelaar, geb. op 17 april 1854 Kropswolde, ovl. op 9 juni 1941 Martenshoek, begr. RK begraafplaats Foxham Martenshoek.
Uit dit huwelijk:

  1. Anna Henderika Verstockt, geb. op 23 oktober 1886 Martenshoek, ovl. Zij is overleden op 5 maart 1973 in Assen, zij was toen 86 jaar oud. (Bron: Fischer-Sandker Groningen-Drenthe-Emsland » Anna Henderika Verstokt (1886-1973) https://www.genealogieonline.nl/genealogie-fischer-sandker/I61554.php.)
  2. Jacobus Johannes Verstockt, geb. op 7 februari 1888 Martenshoek, ovl. op 1 augustus 1888 Martenshoek.
  3. Henderika Elisabeth Verstokt, geb. op 12 december 1889 Martenshoek, ovl. op 20 januari 1918 Martenshoek.

Bronnen:

  • www.allegroningers.nl Rijksarchief Groningen
  • www.delpher.nl
  • www.familysearch.org
  • www.youtube.com Beno Hofman #BenosStad #OOGGroningen #Groningen Werf Verstockt – Beno’s Stad 193 (11-11-2004)
  • https://historischarchief.midden-groningen.nl/
  • www.marhisdata.nl Stichting Maritiem Historische Data



Morsdood

Johann Berend Nuningmöller, uit Hazenwinkel* in Munsterland, matroos van Capitein A. Arends, ’t Cofschip de Trouw, uit de mast of van de Rae gevallen en morsdood.

* https://nl.wikipedia.org/wiki/Harsewinkel

Bron: allegroningers.nl




Persoonskaart van Geeske Bulters

Wedde, Protocol van verzegelingen, nr. E1-2, Jan. 1696-1729 Juni

29-5-1705

Geeske Bulters
tr. (1)
met Riemt Nn, ovl. voor 29 mei 1705.
Uit dit huwelijk:

  1. Ockijn Riemts.

tr. (2)
met Abel Geerdts, ovl. voor 29 mei 1705
Uit dit huwelijk:

  1. Geerdt Abels.
  2. Conraat (Conraad, Conraedt) Abels.
  3. Jan Abels

Dochter krijgt 600 Caroligulden na overlijden moeder. Erfenis in tweeëen: één deel gelijkelijk tussen de drie broers uit tweede huwelijk; één deel gelijkelijk tussen de vier kinderen uit beide huwelijken.




Wedde – een paar akten

Beetje rommelend in de court records op familysearch, transcriptie, gestart op eerste pagina, to whom it may concern:

Berent Aldringa Joncker en Hovelinck tot Wirdum, Loppersum, Garmerwolde, Tesinghe, ten Buijer, St. Anne, en in Westerdeel Langewoldt , Drost der Heerlijckheid Wedde, Westerwoldinghelandt, Bellinghwolde, Blijham, Pekel A, met diens angehorige Fortressen doet kundt en betuige met desen open verzegelden brief…

⦁ Focko Luitjes en Martjen Meinders cederen de erfenis van Wilt Hindrick Geerts, zoon van Wilt Geert Hindricks en Aelke Aeijlkens; aan Derck Egberts nomine uxoris in Blijham voor twee derde parten, Eltje Jacobs nomine uxoris in Pekel A voor resterende derde part; voor een bedrag van 450,– caroliguldens, 21-1-1696
⦁ Adde Sijbes, voor zichzelf en met volmacht voor zijn zuster, Bellingwolde draagt over aan Aijte Harrems, een zeker stuk land op de Ham gelegen, zwettend aan Hessen Tonnis ten W; de Aa ten N,; de ontvanger Eeck[esteijn] ten O; en de koper zelf ten Z. Koopsom 800, — caroliguldens 10-4-1696
⦁ Jan Wessels, Berend Wessels en Frans Franssens, erfgenamen van zal. vader Wessel Berends; ter ener, en de Mstr. Haije Heckmans verkopen behuizinge en grond, beklemd op Heer Clant van Hanckema, benevens de wendakker en de barghakker van Carelsbrugh in waren eigendom alsmede een legerstede op het kerkhof. eerste 350,- betalen in termijnen. 11-8-1695
⦁ Wijger Hindricks in Pekel A namens hem en zijn erfgenamen draagt over aan Derk Tabingh en Geert Jans Dreuge eveneens in Pekel A, een lot veen aan de zuidkant van de Pekel, met daarop de behuizing zoals Wijger in gebruik heeft, zwetteb: Pieter Jans Schuiringh ten W; en Eltje, de weduwe Wilt Pieters Jacobs ten O; 992 Caroli guldens. De zoon van de verkoper Reinder Wijgers staat borg. 15-1-1696
⦁ Lijsebeth wed van Berent Berents, en haar zoon Berent Berents verkoopt aan de proviandmeester Johan van [Baten] 21,5 deimt land gelegen in Blijham; zwettend aan Pekel A ten N; Mucke Jans ten O, de scheiding met Lutje Loo ten Z; Lucas Haselhoff ten W. 2050 Caroli guldens 30 juni 1693
⦁ Pieter Jans en ev Gartje Berents, verkopen een huis in Blijham, aan Feije Herens en desselfs erfgenamen, staande op Tjarcke Luppens nomine uxoris grond; zwettend aan de Blijhamster weg ten O; de versche Dijk ten Z; en Lucas Haselhofs huis ten noordwesten; 340 caroli guldens, 20-7-1694
⦁ Peter Jans Everts en Gartje Berents hebben een schuld aan Lucas Haselhoff en Eltijn Elzes zijn hv; 150,– boven een verzegeling van 250,– uit 1692
⦁ Lucas Haselhoff verkoopt aan Hindrik Berents Hovinck een huis en land in Blijhammer Westereinde, Harmen Christiaans B[ei]hausen ten N; Jan Cruijse ten Z, door Gerrit Roelfs meijerwijse gebruikt; 556 Caroli gld; 23-10-1696
⦁ Jan Mennes en hv Nantje Berents en Jan Hitjes en ev Grietje Eenes verkopen aan hun neef Berent Geerts en zijn hv Lucretia Haselhoff zekere landerijen in Blijham zoals die onder het huis van Berent Geerts in beklemming liggen; Focke Sijbers heerd ten O; Jan Aeijlts ten W; de erfgenamen Loewert Bouckes, ten Z, strekkende van het Zijldiep, veenwaerts; met nog hun deel in de zes akkers zoals de koper gebruikt en ook onder zijn huis beklemd ligt, Mathias Haickes, ten O; Loewert Bouckes erven ten W; en de koper, de heer Richter Dillingh en de scriba Rustebij erven. 630,– 13-11-1696
⦁ Jan Luickens en desselfs [] …u Engelkes, Jan Willems en Jarcke Meeninghe, voorstanders over Pastor Folkert Besselincks minderjarige dochtertje Imel Beckerincks verkopen aan Boele Doedes desselfs huisvrouw en erfgenamen, twee campies land in Berent Geerts heerd in Blijham, zwettend aan Jan Luijringe ten N; Coene Aeijlkes ten O; Jan Dercks ten Z; Berent Geerts ten W. 300,– Caroli gulden. 22-2-1697
⦁ Haijo Heckman verkoopt aan d’E Conraedt Abels en diens hv Lucretia Haselhoff een huis op grond van de heer van Clant van Hanckema tot Wedde, benevens de wendakker en barghacker van Carelsbrugh in eigendom benevens de legerstede op het kerkhof , verwijzing naar coopbrief van 11-8-1695. 600,– Caroli Gulden, 22-3-1697
⦁ Gerrijt Reinders en Grietjen Jans woonachtig in Pekel A, verkopen aan Sjurt Roelefs en Cornelisjen Jans echtelieden in Veendam, zekere plaats, zijnde de 25e plaatse in de Suidtsijt in de Pekel nabuir breedte en swetten gelijk, alles in voegen comparanten van de heer Raetsheer Henrick Fickens Veltman en de luitenant Abraham Coops ingevolge verzegeling dd 13-2-1697. Raetheer Willem van Borck, 1160 Caroli gld. 6-3-1697
⦁ Mr. Marcus Relotius nomine uxoris met meester Jan Geerts Bloem een stedevaste afcoop wegens de nalatenschap van desselfs overleden dochter Eltjen Jans, Jan Geerts Bloem betaalt aan Relotius 100 Caroli gl.; 16-4-1698

⦁ Convoijmester Evert Scheltes met zijn hv Janna Kenneken, lenen van Edze Harrems en diens hv Eltjen Claessen, 650,– Caroligulden. Ze geven onderpand vier deimt land bij de dreijerij naast t Pastorieland gelegen. 28-4-1697
⦁ Eltjen Willems, voor haar en haar erfgenamen verkoopt aan Hindrik Jan Cuiper Fennejen Hermans haar plaatse bestaende in de veenbouwte en annexen liggend aan de zuidkant van de Pekel A, zwettend aan haar eigen grond, en Berent Berents Jonge ten NO; Derck Tabing en consorten ten ZW; opwaarts strekkend in het veen, het is voor dezen in gebruik geweest bij wijlen Peter Jacobs. 1050,– Caroli Gld. 1-3-1697
⦁ Eltje Willems, wed. wijlen Peter Jacobs, ontvangt van haar broer Derck Willems 100 gld op rente. 1-3-1697




Kolham – Watermolen Westerpolder

Aaltje Vos-Steen

Gedurende een aantal jaren ben ik vrijwilliger op molens geweest. Indrukwekkende werktuigen, waarmee vakkundig en voorzichtig moet worden omgegaan. Mijn overgrootvader Broekema was watermulder in Vriescheloo. Zijn kinderen en kleinkinderen mochten niet in de buurt van de wieken en het water komen, daar was hij erg streng in. En dat was natuurlijk niet zonder reden. Door de jaren heen zijn er vreselijke ongelukken gebeurd in of bij molens. Onlangs vond ik dit krantenbericht over Aaltje Vos-Steen uit Kolham. Zij wilde de molenas van de poldermolen smeren, maar heeft de molen waarschijnlijk niet op de vang (rem) gezet. Haar kleding werd gegrepen door de draaiende raderen en zij was vervolgens machteloos.

Bob Poppen heeft haar geschiedenis hier beschreven.
Ik kom tot de conclusie dat het ongeval plaatsvond op de Westerpoldermolen in Kolham. Deze is inmiddels verdwenen. Meer over deze molen in de database verdwenen molens.




Drentsch diep – Albert van der Zwier

Het was een zinderende voorjaarsdag. Het water van het Foxholstermeer was kalm en weerspiegelde de zon in de kleine golfjes die door de beweging van de schuit ontstonden. Grote ladingen hooi moest worden vervoerd en eigenlijk was dat niet te doen met deze hitte. Albert was al vanaf het krieken van de dag bezig met laden, vervoeren en lossen van het hooi van de weilanden in de madelanden tussen Kropswolde en Zuidlaren. Albert en zijn vrouw verdienden de kost met hun schip en woonden er ook op. Vandaag was Zwaantje, zijn vrouw, niet mee. Ze had zich voor de dag elders uitbesteed. Dat was maar goed ook, overdacht Albert, want sinds het overlijden van hun jongste kindje Trijntje, afgelopen maart, was ze nog niet weer de oude. Gelukkig had ze wel een beetje afleiding aan hun driejarige handenbindertje Filippus, maar het verlies van een kind was echt wel één van de zwaarste dingen die het leven je te stellen gaf, overdacht Albert.

Hij keek eens om zich heen. Een reiger vloog op om een paar meter verder aan de rand van het Drentsch Diep te landen. Een futenpaar zwom in de richting van het Zuidlaardermeer. Uitgebloeide lisdodden versierden als bossen sigaren tussen het riet de oevers van het diep. Vijf minuten rust, dat moest toch kunnen. Hooi van het land halen en in het schip steken in deze hitte, met al dat droge gras dat aan zijn zweterige huid plakte, dat was flink afzien. Je kon beter aardappels laden, dat was weliswaar zwaar werk, maar de weersomstandigheden waren meestal anders en je had niet dat vreselijke gekriebel van het hooi dat werkelijk in elke plooi van je lichaam terechtkwam en daar ellendig prikte. In de verte zag hij pluimen stoom boven het aardappelstroopfabriekje van Scholtens opstijgen. In de herfst zou hij vast wel weer aardappels voor Scholtens kunnen vervoeren. De komst van fabrikant Scholtens had het dorp Foxhol veranderd. Veel buurtgenoten werkten in plaats van op het land nu in de fabriek. Dát, bedacht Albert, was niets voor hem. Hele dagen of nachten binnen vier muren? Daar moest hij niet aan denken. Hij had het beter getroffen: dankzij de grootvader van zijn vrouw had hij schipper kunnen worden, varend vanuit Foxhol. Daar lag zijn schip in de haven, westelijk van de sluis in Martenshoek, die veel te druk bevaren was. Vanuit Foxhol kon hij zó naar het meer of het Winschoterdiep varen. Een mooie bijkomstigheid was dat onderhoud van zijn schip ook geen probleem was, omdat er bij Foxhol meerdere scheepswerfjes waren.

Terwijl hij, zittend op de walkant een prakje koude aardappels at, keek hij naar het water voor zich. Wat was het mooi helder! Hij gleed er even met zijn hand door. Dat voelde bijzonder fijn, dat water zo over je pols. Het was net of je hele lijf dan iets verkoelde. Hij zag waterplantjes onder water wuiven. Daar zigzagde een paling richting het riet. Wat een mooi gezicht. Hij riep zichzelf tot orde: “Albert, jong, zo komt t wark nooit doan! Vort!”, pakte de hooivork op en stak weer een grote partij hooi in het schip. Na een kwartiertje stevig doorwerken, voelde hij zijn spieren in armen en benen verkrampen, het zweet gustste aan alle kanten van zijn gespierde werkmanslijf. Boven op de hooiberg op het schip strekte hij zijn krampende ledematen. Een mens was niet gemaakt voor dit weer, bedacht hij. En dat water, dat was zo uitnodigend helder en koel. Zou hij het doen, even in het water afkoelen? Hij was een goede zwemmer, hij was jong en de boog kon ook niet altijd gespannen zijn! Hij deed zijn klompen, kiel, broek en sokken uit en liep over de hooiberg naar de achterzijde van het schip. Met een klein aanloopje sprong hij in het water, een flinke plons veroorzakend. Het koele water omsloot hem van top tot teen. Plotsklaps trok er zo’n kramp door zijn lijf, dat hij zich niet meer kon bewegen. Het water omsloot hem. In de verte scheen nog de zon…

stamreeks van Albert van der Zwier, patriarchaal

Generatie VI
Albert van der Zwier, geb. op 27 november 1826, trekschippersknecht op 1 april 1851 , arbeider op 13 mei 1853, schipper op 24 juli 1854 , ovl. (27 jaar oud) op 22 juli 1854, erblijf houdende aan boord van zijn vaartuig te Foxhol,(getuigen Mechiel Groenewold, 66, visser, Foxhol, grootvader van de overledene, en Kornelis Woldendorp, 57, winkelier, nabuur van de overledene, akte 25 juli 1854, Hoogezand), tr. (resp. 23 en 22 jaar oud) op 6 juni 1850 te Hoogezand met Zwaantje Groenewold, dr. van Klaas Berends Groenewold en Trijntje Michiels Groenewold, geb. op 17 april 1828 in Hoogezand, schipperse, ovl. (73 jaar oud) op 12 maart 1902 hertrouwd met Geert Pieters Nijman, (1823-1893).

Generatie V
Filippus (Philippus, Filippus Jannes) van der Zwier (Swier), geb. op 3 februari 1803 te Oosternieland gem. Uithuizermeeden, ged. op 20 februari 1803 (Philippus) in Oosternieland, schipper, woont Martenshoek huis A. nr 45,  nationaal militair op 29 augustus 1825, arbeider op 29 augustus 1825 -1837, woont voor 30 november 1826 Slochteren, woont op 30 november 1826 in Kalkwijk,  woont in huis A, 43 in 1828 te Martenshoek, schipper vanaf 1840 Hoogezand, ovl. (56 jaar oud) op 28 oktober 1859 Foxhol, tr. (resp. 26 en 33 jaar oud) op 14 maart 1829 (met wettiging van 3 kinderen) met
Marijke Alberts Buringa, dr. van Albert Pieters Buringa en Martje Reinkes Gnodde, geb. op 13 maart 1796 Hoogezand, schipperse, inlandse kramer op 29 augustus 1825 Hoogezand, schippersche op 24 april 1845 te Martenshoek, ovl. (65 jaar oud) op 16 september 1861 leeftijd 64 jaar, geboren te Hoogezand, overleden op 16-09-1861 te Martenshoek gem. Hoogezand. Ze woonden in 1826 (voor het huwelijk) samen in het huis Letter E, getekend 55 Kalkwijk.

Generatie IV
Jan Melles, afkomstig uit Oosternieland, ged. op 24 oktober 1773 Oosternieland, dagloner (bron ovl. akte dochter Ebeltje), ovl. (ongeveer 36 jaar oud) op 10 april 1810; [Jan Melles, gewoond hebbende op nr. 6, alhier, nalatende een vrouw en drie minderjarige kinderen, waarvan het oudste uit het eerste huwelijk en de jongsten staande de huidige echt verwacht. 36 en een half jaar oud] kerk.huw. (ongeveer 34 jaar oud) (2) op 15 november 1807 Oosternieland met Trijntje Klasens, geb. ’t Zand, ovl. op 30 november 1845 (Trijntje Melles) Oosternieland, kerk.huw. (resp. ongeveer 27 en ongeveer 22 jaar oud) (1) op 7 december 1800 te Oosternieland met
Trijntje Philippus, dr. van Philippus Harms en Sara Pieters, afkomstig uit Garsthuizen, ged. op 13 september 1778 [een van tweeling] te Garsthuizen, ovl. op 22 februari 1807 [Trijntje Philippus, oud plusminus 26 jaren, gewoond hebbende bij de kerk alhier, no 6, gehuwd geweest aan Jan Melles, Nalatende haar man en 2 minderjarige kinderen, uit één huwelijk] te Oosternieland.

Generatie III
Melle Tjarks, afkomstig uit Warffum, ged. op 21 september 1727, woont in 1755-1772 in Stitswerd, daarna in Oosternieland, ovl. (minstens 46 jaar oud) na 1774, kerk.huw. (ongeveer 26 jaar oud) (1) op 9 juni 1754 Stitswerd met Trijnje Pieters, afkomstig uit Middelstum, ovl. voor 22 maart 1772, otr. (2) op 22 maart 1772 Stitswerd attestatie naar Oosternieland, kerk.huw. (ongeveer 44 jaar oud) op 22 maart 1772 te Oosternieland met
Geeske Jans, afkomstig uit Oosternieland, tr. (1) met Jan Mennes, ovl. voor 22 maart 1772.

Generatie II
Tiark Ebels, geb. Warffum, ged. op 4 april 1690 Warffum, strandvoogd Rottumeroog [gemeld op 13-10-1828 bij overlijden dochter Trijntje], schipper op 21 september 1727 Warffum, kerk.huw. (ongeveer 49 jaar oud) (2) op 5 juli 1739 Warffum met Korneliske Jacobs, afkomstig uit Warffum, kerk.huw. (ongeveer 34 jaar oud) (1) op 21 januari 1725 Warffum met
Jantjen Pieters, dr. van Pieter Nn, afkomstig uit Warffum.

Generatie I
Eebel Ockes, afkomstig uit Uithuizermeeden, woont op Zeewijk op 4 april 1690 in Warffum, ovl. circa 1693, otr. op 23 december 1677 in Uithuizermeeden, kerk.huw. op 13 januari 1678 te Warffum met
Grietien (Greetjen) (Greetjen) Hindriks, afkomstig uit Usquert, kerk.huw. (ongeveer 24 jaar oud) (1) op 30 oktober 1670 met Geert Alberts (Nolleman), schiller [schelpenvisser], ovl. voor 23 december 1677, kerk.huw. (ongeveer 47 jaar oud) (3) op 23 april 1693 Warffum met Jan Lues, afkomstig uit Warffum.

  • Bronnen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Scholten-concern

Foxhol en Foxholsterbosch, Daan Hulsebos, 2019

www. allegroningers.nl