Jaldert Jalkes Reidinga – vermoord

Lytse feint Jaldert Jalkes Reidinga, geranseld en opgehangen door zijn boer

Op 2 februari 1799 laten Jalke Jalderts en zijn echtgenote Geertje Teyes hun oudste zoontje dopen: Jaldert. Als zovelen uit de Friese arbeidersgezinnen in die tijd, is Jaldert voorbestemd om bij een boer te gaan dienen. Een vak leren zit er voor hem niet in. Hij zal worden uitbesteed om op een boerderij als jongste knechtje te werken. Nooit hadden zijn ouders kunnen voorzien dat dat dertien jaar later zo zou eindigen: 

“Ze zag daar Jaldert Jalkes hangen, met een “touw om de hals, spartelende en slingerende, met de beenen heen en weer.” Jan Halbes (de Jong) stond onder de boom. Akke ging meteen twee buren waarschuwen, maar die durfden niet naar de Jong te gaan, ‘wegens zijn bij hun bekend oplopend karakter’.” 

Deze blog wil een monumentje zijn voor Jaldert Jalkes, door zijn naam en familie uit te lichten. 

Het verhaal van de moord op Jaldert is in 1994 door Chris Kruisinga in twee afleveringen verteld in de Leeuwarder courant. Het komt er op neer dat Jaldert Jalkes de jongste knecht bij een boer Jan Halbes de Jonge in Kortehemmen was. Bovenstaand citaat geeft al een duidelijke karakterschets van Jalderts werkgever. Nadat de boer (33) en zijn veel jongere vrouw (22) een dag op familiebezoek zijn geweest, zijn er 260 guldens vermist uit een kast. Jaldert krijgt de schuld, alhoewel hij door de mensen om hem heen als goudeerlijk wordt beschouwd. Dan begint er een gruwelijk schouwspel: de boer slaat het joch ongenadig en als Jaldert naar de deel vlucht wordt ie door de boer achtervolgd, die luid scheldt en tiert. Uiteindelijk moet Jaldert toch tevoorschijn komen en vanaf dat moment klinkt vanuit de schuur erbarmelijk gejammer. Dat wordt opgemerkt door een paar schipperskinderen, die om wat turf kwamen vragen. De turf krijgen ze, met de toevoeging dat ze direct moeten opdonderen. Waarschijnlijk konden ze hun nieuwsgierigheid toch niet bedwingen: wat later doet een van hen haar behoefte achter een boom het erf en dan ziet ze Jaldert aan een boom hangen. 

De volgende ochtend wordt het lichaam van Jaldert in het Koningsdiep onder de Lipperhuizerbrug gevonden. Volgens de boer was hij onderweg naar zijn moeder, met een rolletje linnen om een hemd te laten maken. Maar hij droeg geen schoenen, wel kousen, geen hoed, alleen een “baaitje” (een hemdrok of buis) dat van onderen met knoopjes gesloten was. En dat was heel vreemd, want zo ging je destijds niet op stap. De autoriteiten besloten tot onderzoek, en uit autopsie bleek dat Jaldert meerdere verwondingen had rond hoofd en nek. Het net sloot zich om Jan Halbes de Jong op basis van getuigenverklaringen en hij werd naar Leeuwarden overgebracht en daar gedetineerd. Uiteindelijk sprak het Hof van Assises de doodstraf uit, en er werd – want het was tijdens de Franse bezetting van Nederland – een heuse guillotine voor de strafvoltrekking gebouwd. Slechts één keer werd die gebruikt: voor de onthoofding van Jan Halbes de Jong op de Lange Pijp in Leeuwarden. 

Het recht heeft zijn loop gehad. Jalderts korte leven ook… 


Jaldert Jalkes Reidinga is geboren op 2 februari 1779 in Terwispel en gedoopt op 3  maart 1779 in de Hervormde gemeente Lippenhuizen, Terwispel en Hemrik, en overleed op 13-jarige leeftijd in Kortehemmen, rond de boerderij nr. 8, op 3 augustus 1812. 

Zijn ouders Jalke Jalderts en Geertje Teyes (geboren in Terwispel) zijn getrouwd op 29 mei 1796 in Lippenhuizen. Jaldert is het tweede kind in het gezin en hij heeft de volgende broers en zussen:

  1. Wytske Jalkes Reidinga (80), geboren 01-08-1797 te Terwispel, 03-09-1797  Hervormde gemeente Lippenhuizen Terwispel Hemrik,trouwt op 02-01-1829 met Roel Jannes van den Bosch,  trouwt als Wytske Jalkes de Vries met Willem Fokkes de Haan. Wietske Jolkes de Vries, overleden op 13-06-1875 te Oudehorne.
  2. Teye Jalkes Reidinga (57), geboren 26-05-1802 te Terwispel, doop 05-07-1802  Hervormde gemeente Lippenhuizen Terwispel Hemrik, overleden op 05-10-1859 te Jubbega Schurega. 
  3. Antje Jalkes Reidinga (88), geboren 29-09-1804 te Kortezwaag, doop 04-11-1804 Herv. gem. Langezwaag, Kortezwaag en Luxwoude (vader Joldert Jolkes, moeder Grietje Teijes), getrouwd met Jan Geerts Hakze. Antje Jolkes de Vries is overleden op 15-12-1887 te Jubbega Schurega.
  4. Wiepkjen Jalkes Reidinga (75), geboren 10-09-1808 te Lippenhuizen, doop  25-09-1808  Hervormde gemeente Lippenhuizen Terwispel Hemrik, ongehuwd.  Wiepkjen Jolkes de Vries, overleden op 11-05-1883 te Terwispel.

Vader Jalke overlijdt in februari 1809 in Lippenhuizen en is dan nog maar 33 jaar. Moeder Geertje Teyes hertrouwt al vlot, nog datzelfde jaar, met Hendrik Pieters. Grietje en ook haar aanstaande wonen dan in Lippenhuizen (Grietje is een dochter van Teije Jalkes de Vries en Wiepkje Tjeerds de Vries). Het echtpaar trouwt op 31 december 1809. Samen krijgen zij nog de volgende kinderen:

  1. Pieter Hendriks Reidinga, geboren 11-08-1810 te Lippenhuizen, doop  02-09-1810  Herv. gem. Lippenhuizen, Terwispel en Hemrik (dit halfbroertje moet Jaldert nog hebben gekend), overleden voor 19-09-1889, dan overlijdt zijn weduwe.
  2. Tjeerd Hendriks Reidinga (53), geboren 03-07-1813, Gorredijk, overleden op 25-12-1865 te Jubbega Schurega.
  3. Anna Catharina Hendriks Reidinga (70), geboren 19-12-1815, Gorredijk, leeftijd 70 jaar, ongehuwd, overleden op 09-12-1885 te Terwispel.

Stiefvader Hendrik Pieters neemt in 1811 de familienaam Reidinga aan, voor zowel zijn eigen kinderen als ook voor de kinderen van zijn voorganger Jalke Jalderts (‘De kinderen van Jalke Jalderts Reidinga’). Toch voeren de kinderen van Jalke en Grietje later de naam de Vries, naar hun moeder. Hendrik Pieters Reidinga is  arbeider en overlijdt op de leeftijd van 39 jaar, op 30 januari 1827 te Terwispel, Grietje wederom als weduwe achterlatend. Ze hertrouwt niet meer en sterft als  Geertje Teyes de Vries (arbeidster), 79 jaar oud, op 22-08-1856 te Terwispel.


Geraadpleegde bronnen:




De onbekende Friese tak, Janna Bakker, e.v. Jan Bultena

“Zij is overleden en mijn moeder, haar schoonzuster, heeft toen haar begrafenis nog betaald. Ze is begraven in Harkstede.”

Dat vertelde mijn opa mij ooit over zijn tante, Janna Bakker, de zus van zijn vader. Dat was alles wat ik wist van deze Janna. Ik veronderstelde op basis van opa’s opmerking dat ze arm en nooit getrouwd zou zijn geweest, want waarom zou mijn overgrootmoeder anders de begrafenis hebben moeten betalen? Makes no sense. Dacht ik.

Maar zoals gebruikelijk in de genealogie: aannames zijn geen feiten. Volgens opa zou zijn tante Janna begraven zijn in Harkstede, de rij en de vorm van het graf waren bekend. Jaren geleden heb ik het kerkhof een paar keer afgestruind, op zoek naar het graf, maar vond het niet. Dus dat was dat. Dacht ik.

Want een klein onderzoekje leerde dat tante Janna helemaal geen vrijgezel was! Tante Janna bleek een gezin gehad te hebben. Twee dochters had zij, die beide naar haar moeder, Tjakien Eppes Mulder, zijn vernoemd. Twee meisjes, die nadat hun moeder was overleden een stiefmoeder en twee halfzusjes kregen. En nooit heb ik dit in de familie horen noemen…

Janna trouwde op 27-jarige leeftijd met de grofsmid Jan Bultena, een weduwnaar die tien jaar ouder was dan zij. Uit zijn eerste huwelijk met Francina Buiskool, dat ruim acht jaar duurde, had Jan Bultena geen kinderen, voor zover ik heb kunnen nagaan. Op 31 mei 1884 trouwden Jan en Janna in Slochteren. Janna was tot dan werkzaam als dienstmeid, Jan was machinist. Het stel verhuisde naar Zuidwolde, waar op 10 maart 1885 dochter Frouwina Tjakiena werd geboren. Jan’s beroep was inmiddels machinist. Op een houtzaagmolen misschien? Zijn getuige is Johannes Strabbing, 34 jaar oud en houtzaagmolenaarsknecht, de andere getuige is veldwachter Renier Francis van der Goor. Frouwina is nooit getrouwd en op 94-jarige leeftijd gestorven in Kollum. De tweede dochter werd geboren over de provinciegrens, in Boijl (Weststellingwerf, Friesland). Zij kreeg de welluidende namen Tjakiena Frouwina. Niet fantasievol, wel eerlijk verdeeld voor wat betreft vernoemingen. Tjakiena trouwde met Egbert Krikke en stierf op 58-jarige leeftijd in Bussum. Janna Bultena-Bakker zag haar dochtertjes niet groot worden. Op 7 oktober 1891 stierf ze in Deinum, Friesland. Haar stoffelijk overschot moet dus zijn teruggehaald of teruggebracht naar Harkstede in de gemeente Slochteren. Haar broer Jan leefde toen nog en was getrouwd met Antje Poth (zij waren de ouders van mijn opa). Het lijkt me logisch dat dit echtpaar, sámen, de terugkeer van Janna heeft betaald en/of geregeld. Jan stierf echter in 1906, toen zijn zoontje Jan slechts drie jaar oud was, en zo bleef alleen Antje over om de historie door te vertellen aan kleine Jan. Misschien lag het toch net even anders en heeft Antje het niet [alleen] betaald…

Om het verhaal nog even af te maken: weduwnaar Jan Bultena trouwde voor de derde keer. Op 23 december 1893 trad hij in Leeuwarden in het huwelijk met Antje Zorn. Jan was 46 jaar oud, Antje slechts 28. Beiden waren woonachtig in Deinum. Antje was een natuurlijk kind van Pietje Tromp, geboren in Leeuwarden op 12 juni 1865, en werd bij het huwelijk van haar moeder met Antoon Lenard Lodewijk Zorn te Maastricht op 8 januari 1868 gewettigd. Jan Bultena kreeg met Antje ook twee dochters: Petronella Anthonia Leonarda, geboren in 1894 in Deinum en Anna Hermanna, geboren in 1898. Petronella was van 1924 tot 1955 werkzaam in het Klaarkampster Weeshuis in Franeker en overleed, ongehuwd, in 1980 in Leeuwarden op 85-jarige leeftijd. Anna Hermanna trouwde in 1925 met Pieter Bron en overleed in 1981 in Leeuwarden, 82 jaar oud.

Ik heb geen kleinkinderen van Jan Bultena kunnen vinden: volgens mij kreeg geen van zijn dochters kinderen. Toch staat er in de overlijdensadvertentie van Antje Zorn een algemene ondertekening van kleinkinderen en achterkleinkinderen. Zie ik iets over het hoofd of is de advertentie verkeerd gezet? Mijn zoektocht is nog niet ten einde. Denk ik.